Testen 11



Datum:
Tijd besteed aan testen::
Score:


Thu Apr 24, 2025

0/10

Klik op een woord
1. Jij bent hier.
‫את / כאן.‬   See hint
2. Vier. De vierde.
‫ארבע. ,   See hint
3. Zij luisteren graag naar muziek.
אוהבים להאזין למוסיקה.‬   See hint
4. Zal ik de sla wassen?
את הירקות?‬   See hint
5. Hier is mijn rijbewijs.
‫זה רישיון הנהיגה ,   See hint
6. eenendertig
ואחת‬   See hint
7. De volgende bus komt over 15 minuten.
‫האוטובוס הבא מגיע בעוד ,   See hint
8. Is de tentoonstelling dinsdags geopend?
התערוכה פתוחה בימי שלישי?‬   See hint
9. Je hebt zakdoeken, zeep en een nagelschaar nodig.
‫את / צריך / כה לקחת ממחטות, סבון ומספריים לציפורניים.‬   See hint
10. Wij willen namelijk medicijnen kopen.
‫אנחנו רוצים תרופות.‬   See hint