Vocabulário
Aprenda verbos – Estónio

voltooien
Ze hebben de moeilijke taak voltooid.
ምሉእ ብምሉእ
ነቲ ከቢድ ዕማም ፈጺሞምዎ ኣለዉ።

begeleiden
De hond begeleidt hen.
ተኸተት
ውሻቲ ይኸተት።

trouwen
Het stel is net getrouwd.
ምምርዓው
እዞም መጻምድቲ ገና ተመርዕዮም ኣለዉ።

eisen
Hij eiste compensatie van de persoon waarmee hij een ongeluk had.
ጠለብ
ካብቲ ሓደጋ ዘጋጠሞ ሰብ ካሕሳ ሓቲቱ።

plezier hebben
We hebben veel plezier gehad op de kermis!
ተዘናግዑ
ኣብቲ ምርኢት ብዙሕ ተዘናጊዕና!

binnenkomen
Het schip komt de haven binnen.
ኣእትዉ
እታ መርከብ ናብ ወደብ ትኣቱ ኣላ።

evalueren
Hij evalueert de prestaties van het bedrijf.
ምግምጋም
ኣፈፃፅማ እቲ ትካል ይግምግም።

met de trein gaan
Ik ga er met de trein heen.
ብባቡር ምኻድ
ናብኡ ብባቡር ክኸይድ እየ።

opzoeken
Wat je niet weet, moet je opzoeken.
ንላዕሊ ርአ
ዘይትፈልጦ፡ ንላዕሊ ክትጥምት ኣለካ።

nodig hebben
Je hebt een krik nodig om een band te verwisselen.
የድሊ
ጎማ ንምቕያር ጃክ የድልየካ።

werken
Ze werkt beter dan een man.
ስራሕ
ካብ ወዲ ተባዕታይ ዝሓሸ ስራሕ እያ ትሰርሕ።
