Vocabulário
Aprenda verbos – Holandês

생각하다
카드 게임에서는 함께 생각해야 합니다.
meedenken
Je moet meedenken bij kaartspellen.

존재하다
공룡은 오늘날 더 이상 존재하지 않는다.
bestaan
Dinosaurussen bestaan tegenwoordig niet meer.

소유하다
나는 빨간색 스포츠카를 소유하고 있다.
bezitten
Ik bezit een rode sportwagen.

던지다
그들은 서로에게 공을 던진다.
gooien naar
Ze gooien de bal naar elkaar.

견디다
그녀는 그 통증을 거의 견디지 못한다!
verdragen
Ze kan de pijn nauwelijks verdragen!

청소하다
그녀는 부엌을 청소한다.
schoonmaken
Ze maakt de keuken schoon.

느끼다
그는 자주 외로움을 느낀다.
voelen
Hij voelt zich vaak alleen.

앉다
그녀는 일몰 때 바닷가에 앉아 있다.
zitten
Ze zit bij de zee tijdens zonsondergang.

추적하다
카우보이는 말을 추적한다.
achtervolgen
De cowboy achtervolgt de paarden.

섞다
너는 야채로 건강한 샐러드를 섞을 수 있다.
mengen
Je kunt een gezonde salade met groenten mengen.

출발하다
신호등이 바뀌자 차들이 출발했다.
wegrijden
Toen het licht veranderde, reden de auto’s weg.
