Vocabulário

Aprenda verbos – Eslovaco

cms/verbs-webp/55788145.webp
bedek
Die kind bedek sy ore.
bedekken
Het kind bedekt zijn oren.
cms/verbs-webp/120193381.webp
trou
Die paartjie het pas getrou.
trouwen
Het stel is net getrouwd.
cms/verbs-webp/84365550.webp
vervoer
Die vragmotor vervoer die goedere.
vervoeren
De vrachtwagen vervoert de goederen.
cms/verbs-webp/102238862.webp
besoek
’n Ou vriend besoek haar.
bezoeken
Een oude vriend bezoekt haar.
cms/verbs-webp/68761504.webp
kontroleer
Die tandarts kontroleer die pasiënt se tande.
controleren
De tandarts controleert het gebit van de patiënt.
cms/verbs-webp/103719050.webp
ontwikkel
Hulle ontwikkel ’n nuwe strategie.
ontwikkelen
Ze ontwikkelen een nieuwe strategie.
cms/verbs-webp/94555716.webp
word
Hulle het ’n goeie span geword.
worden
Ze zijn een goed team geworden.
cms/verbs-webp/66441956.webp
neerskryf
Jy moet die wagwoord neerskryf!
opschrijven
Je moet het wachtwoord opschrijven!
cms/verbs-webp/93031355.webp
waag
Ek waag nie om in die water te spring nie.
durven
Ik durf niet in het water te springen.
cms/verbs-webp/46998479.webp
bespreek
Hulle bespreek hul planne.
bespreken
Ze bespreken hun plannen.
cms/verbs-webp/92207564.webp
ry
Hulle ry so vinnig as wat hulle kan.
rijden
Ze rijden zo snel als ze kunnen.
cms/verbs-webp/90287300.webp
lui
Hoor jy die klok lui?
rinkelen
Hoor je de bel rinkelen?