Vocabulário

Aprenda verbos – Holandês

cms/verbs-webp/93792533.webp
betekenen
Wat betekent dit wapenschild op de vloer?
significar
O que este brasão no chão significa?
cms/verbs-webp/99207030.webp
aankomen
Het vliegtuig is op tijd aangekomen.
chegar
O avião chegou no horário.
cms/verbs-webp/120015763.webp
naar buiten willen
Het kind wil naar buiten.
querer sair
A criança quer sair.
cms/verbs-webp/120220195.webp
verkopen
De handelaren verkopen veel goederen.
vender
Os comerciantes estão vendendo muitos produtos.
cms/verbs-webp/36190839.webp
bestrijden
De brandweer bestrijdt het vuur vanuit de lucht.
combater
O corpo de bombeiros combate o fogo pelo ar.
cms/verbs-webp/40946954.webp
sorteren
Hij sorteert graag zijn postzegels.
ordenar
Ele gosta de ordenar seus selos.
cms/verbs-webp/98082968.webp
luisteren
Hij luistert naar haar.
ouvir
Ele está ouvindo ela.
cms/verbs-webp/111063120.webp
leren kennen
Vreemde honden willen elkaar leren kennen.
conhecer
Cães estranhos querem se conhecer.
cms/verbs-webp/113316795.webp
inloggen
Je moet inloggen met je wachtwoord.
entrar
Você tem que entrar com sua senha.
cms/verbs-webp/47062117.webp
rondkomen
Ze moet rondkomen met weinig geld.
se virar
Ela tem que se virar com pouco dinheiro.
cms/verbs-webp/49853662.webp
schrijven op
De kunstenaars hebben op de hele muur geschreven.
escrever por toda parte
Os artistas escreveram por toda a parede.
cms/verbs-webp/67955103.webp
eten
De kippen eten de granen.
comer
As galinhas estão comendo os grãos.