Vocabular
Învață verbele – Rusă

出る
彼女は車から出ます。
Deru
kanojo wa kuruma kara demasu.
uitgaan
Ze stapt uit de auto.

守る
ヘルメットは事故から守ることが期待されます。
Mamoru
herumetto wa jiko kara mamoru koto ga kitai sa remasu.
beschermen
Een helm moet tegen ongelukken beschermen.

提供する
私の魚に対して、何を提供していますか?
Teikyō suru
watashi no sakana ni taishite, nani o teikyō shite imasu ka?
aanbieden
Wat bied je me aan voor mijn vis?

逃げる
私たちの猫は逃げました。
Nigeru
watashitachi no neko wa nigemashita.
weglopen
Onze kat is weggelopen.

持ってくる
ピザの配達員がピザを持ってきます。
Motte kuru
piza no haitatsuin ga piza o motte kimasu.
bezorgen
De pizzabezorger bezorgt de pizza.

依存する
彼は盲目で、外部の助けに依存しています。
Izon suru
kare wa mōmoku de, gaibu no tasuke ni izon shite imasu.
afhangen van
Hij is blind en is afhankelijk van hulp van buitenaf.

運ぶ
カウボーイたちは馬で牛を運んでいます。
Hakobu
kaubōi-tachi wa uma de ushi o hakonde imasu.
drijven
De cowboys drijven het vee met paarden.

避ける
彼はナッツを避ける必要があります。
Yokeru
kare wa nattsu o yokeru hitsuyō ga arimasu.
vermijden
Hij moet noten vermijden.

起こる
彼は仕事中の事故で何かが起こりましたか?
Okoru
kare wa shigoto-chū no jiko de nanika ga okorimashita ka?
overkomen
Is hem iets overkomen tijdens het werkongeluk?

注意を払う
交通標識に注意を払う必要があります。
Chūiwoharau
kōtsū hyōshiki ni chūiwoharau hitsuyō ga arimasu.
opletten
Men moet opletten voor de verkeerstekens.

分ける
彼らは家の仕事を自分たちで分けます。
Wakeru
karera wa ie no shigoto o jibuntachide wakemasu.
verdelen
Ze verdelen het huishoudelijk werk onder elkaar.
