Речник
Научите глаголе пољски

响
你听到铃声响了吗?
rinkelen
Hoor je de bel rinkelen?

祈祷
他静静地祈祷。
bidden
Hij bidt in stilte.

通过
水太高了; 卡车不能通过。
doorkomen
Het water was te hoog; de truck kon er niet doorheen.

列举
你能列举多少国家?
noemen
Hoeveel landen kun je noemen?

照顾
我们的儿子非常照顾他的新车。
zorgen voor
Onze zoon zorgt heel goed voor zijn nieuwe auto.

报告
她向她的朋友报告了这个丑闻。
melden
Ze meldt het schandaal aan haar vriendin.

聊天
他们互相聊天。
kletsen
Ze kletsen met elkaar.

要求
我的孙子对我要求很多。
vragen
Mijn kleinkind vraagt veel van mij.

监控
这里的一切都被摄像头监控。
monitoren
Alles wordt hier door camera’s gemonitord.

打开
孩子正在打开他的礼物。
openen
Het kind opent zijn cadeau.

听
他在听她说话。
luisteren
Hij luistert naar haar.
