Ordförråd
Lär dig verb – arabiska

staan
De bergbeklimmer staat op de top.
staan
De bergbeklimmer staat op de top.
ደው ምባል
እቲ ደያቢ እምባ ኣብ ጫፍ ደው ኢሉ ኣሎ።

sneeuwen
Het heeft vandaag veel gesneeuwd.
sneeuwen
Het heeft vandaag veel gesneeuwd.
በረድ
ሎሚ ብዙሕ በረድ ወሪዱ።

duidelijk zien
Ik kan alles duidelijk zien door mijn nieuwe bril.
duidelijk zien
Ik kan alles duidelijk zien door mijn nieuwe bril.
ብንጹር ርአ
በቲ ሓድሽ መነጽረይ ኩሉ ብንጹር ይርእዮ ኣለኹ።

afbranden
Het vuur zal een groot deel van het bos afbranden.
afbranden
Het vuur zal een groot deel van het bos afbranden.
ቃጸሎ
እቲ ሓዊ ብዙሕ ክፋል እቲ ጫካ ከቃጽል እዩ።

vernielen
De tornado vernielt veel huizen.
vernielen
De tornado vernielt veel huizen.
ምጥፋእ
እቲ ዕስለ ኣንበጣ ንብዙሓት ገዛውቲ የዕንዎም።

naar buiten willen
Het kind wil naar buiten.
naar buiten willen
Het kind wil naar buiten.
ክትወጽእ ትደሊ
እቲ ቆልዓ ንደገ ክወጽእ ይደሊ።

hangen
Ze hangen beide aan een tak.
hangen
Ze hangen beide aan een tak.
ተንጠልጢሉ
ክልቲኦም ኣብ ጨንፈር ተሰቒሎም ኣለዉ።

schoppen
In vechtsporten moet je goed kunnen schoppen.
schoppen
In vechtsporten moet je goed kunnen schoppen.
ርግጽ
ኣብ ማርሻል ኣርትስ ጽቡቕ ጌርካ ክትረግጽ ክትክእል ኣለካ።

loslaten
Je mag de grip niet loslaten!
loslaten
Je mag de grip niet loslaten!
ንገድፎ
ነቲ መትሓዚ ክትገድፎ የብልካን!

aankomen
Het vliegtuig is op tijd aangekomen.
aankomen
Het vliegtuig is op tijd aangekomen.
ተመሊከ
ናይ በላዕ ተመሊከ።

verdragen
Ze kan het zingen niet verdragen.
verdragen
Ze kan het zingen niet verdragen.
ደው ምባል
ነቲ ደርፊ ክትጻወሮ ኣይትኽእልን’ያ።
