Ordförråd
Lär dig verb – hindi

verloven
Ze hebben stiekem verloofd!
verloven
Ze hebben stiekem verloofd!
се обврзува
Тие потајно се обврзале!

durven
Ik durf niet in het water te springen.
durven
Ik durf niet in het water te springen.
смее
Јас не се смеам да скокнам во водата.

accepteren
Sommige mensen willen de waarheid niet accepteren.
accepteren
Sommige mensen willen de waarheid niet accepteren.
прифаќа
Некои луѓе не сакаат да го прифатат вистината.

aankomen
Veel mensen komen op vakantie met een camper aan.
aankomen
Veel mensen komen op vakantie met een camper aan.
пристигнуваат
Многу луѓе пристигнуваат со кампер за одмор.

imiteren
Het kind imiteert een vliegtuig.
imiteren
Het kind imiteert een vliegtuig.
имитира
Детето имитира авион.

opmerken
Wie iets weet, mag in de klas opmerken.
opmerken
Wie iets weet, mag in de klas opmerken.
зборува
Кој знае нешто може да зборува во час.

corrigeren
De leraar corrigeert de essays van de studenten.
corrigeren
De leraar corrigeert de essays van de studenten.
исправа
Наставникот ги исправа есеите на учениците.

meedenken
Je moet meedenken bij kaartspellen.
meedenken
Je moet meedenken bij kaartspellen.
мисли заедно
Мора да размислуваш заедно во картичките игри.

stoppen
Je moet stoppen bij het rode licht.
stoppen
Je moet stoppen bij het rode licht.
запира
Мора да запрате на црвеното светло.

begeleiden
De hond begeleidt hen.
begeleiden
De hond begeleidt hen.
придружува
Кучето ги придружува.

willen
Hij wil te veel!
willen
Hij wil te veel!
сака
Тој премногу сака!
