Ordförråd

Lär dig verb – polska

cms/verbs-webp/85191995.webp
仲良くする
けんかをやめて、やっと仲良くしてください!
overweg kunnen
Stop met ruziën en kunnen jullie eindelijk met elkaar overweg!
cms/verbs-webp/70624964.webp
楽しむ
私たちは遊園地でたくさん楽しんだ!
plezier hebben
We hebben veel plezier gehad op de kermis!
cms/verbs-webp/90287300.webp
鳴る
鐘が鳴っているのが聞こえますか?
rinkelen
Hoor je de bel rinkelen?
cms/verbs-webp/125385560.webp
洗う
母は彼女の子供を洗います。
wassen
De moeder wast haar kind.
cms/verbs-webp/90539620.webp
経つ
時間は時々ゆっくりと経ちます。
voorbijgaan
De tijd gaat soms langzaam voorbij.
cms/verbs-webp/93221270.webp
道に迷う
私は途中で道に迷いました。
verdwalen
Ik ben onderweg verdwaald.
cms/verbs-webp/62069581.webp
送る
私はあなたに手紙を送っています。
sturen
Ik stuur je een brief.
cms/verbs-webp/121180353.webp
失う
待って、あなたの財布を失くしましたよ!
verliezen
Wacht, je hebt je portemonnee verloren!
cms/verbs-webp/105238413.webp
節約する
あなたは暖房のコストを節約することができます。
besparen
Je kunt geld besparen op verwarming.
cms/verbs-webp/99196480.webp
駐車する
車は地下駐車場に駐車されている。
parkeren
De auto’s staan in de ondergrondse garage geparkeerd.
cms/verbs-webp/120282615.webp
投資する
お金を何に投資すべきですか?
investeren
Waar moeten we ons geld in investeren?
cms/verbs-webp/83548990.webp
戻る
ブーメランが戻ってきました。
terugkomen
De boemerang kwam terug.