పదజాలం

క్రియలను నేర్చుకోండి – నార్విజియన్

cms/verbs-webp/130770778.webp
travel
He likes to travel and has seen many countries.
reizen
Hij reist graag en heeft veel landen gezien.
cms/verbs-webp/124575915.webp
improve
She wants to improve her figure.
verbeteren
Ze wil haar figuur verbeteren.
cms/verbs-webp/98561398.webp
mix
The painter mixes the colors.
mengen
De schilder mengt de kleuren.
cms/verbs-webp/102049516.webp
leave
The man leaves.
verlaten
De man vertrekt.
cms/verbs-webp/118483894.webp
enjoy
She enjoys life.
genieten
Ze geniet van het leven.
cms/verbs-webp/42111567.webp
make a mistake
Think carefully so you don’t make a mistake!
een fout maken
Denk goed na zodat je geen fout maakt!
cms/verbs-webp/19584241.webp
have at disposal
Children only have pocket money at their disposal.
ter beschikking hebben
Kinderen hebben alleen zakgeld ter beschikking.
cms/verbs-webp/77572541.webp
remove
The craftsman removed the old tiles.
verwijderen
De vakman heeft de oude tegels verwijderd.
cms/verbs-webp/35071619.webp
pass by
The two pass by each other.
voorbijgaan
De twee lopen elkaar voorbij.
cms/verbs-webp/115847180.webp
help
Everyone helps set up the tent.
helpen
Iedereen helpt de tent opzetten.
cms/verbs-webp/5135607.webp
move out
The neighbor is moving out.
verhuizen
De buurman verhuist.
cms/verbs-webp/129002392.webp
explore
The astronauts want to explore outer space.
verkennen
De astronauten willen de ruimte verkennen.