คำศัพท์
เรียนรู้คำกริยา – ภาษาอะดีเกยา

vragen
Hij vraagt haar om vergeving.
vragen
Hij vraagt haar om vergeving.
cere
El îi cere iertare.

verschijnen
Er verscheen plotseling een grote vis in het water.
verschijnen
Er verscheen plotseling een grote vis in het water.
apărea
Un pește uriaș a apărut brusc în apă.

terechtkomen
Hoe zijn we in deze situatie terechtgekomen?
terechtkomen
Hoe zijn we in deze situatie terechtgekomen?
ajunge
Cum am ajuns în această situație?

overtuigen
Ze moet haar dochter vaak overtuigen om te eten.
overtuigen
Ze moet haar dochter vaak overtuigen om te eten.
convinge
Ea adesea trebuie să-și convingă fiica să mănânce.

bezoeken
Een oude vriend bezoekt haar.
bezoeken
Een oude vriend bezoekt haar.
vizita
Un vechi prieten o vizitează.

belonen
Hij werd beloond met een medaille.
belonen
Hij werd beloond met een medaille.
recompensa
El a fost recompensat cu o medalie.

verwijderen
De vakman heeft de oude tegels verwijderd.
verwijderen
De vakman heeft de oude tegels verwijderd.
îndepărta
Meșterul a îndepărtat plăcile vechi.

sparen
Het meisje spaart haar zakgeld.
sparen
Het meisje spaart haar zakgeld.
economisi
Fata își economisește banii de buzunar.

verspillen
Energie mag niet verspild worden.
verspillen
Energie mag niet verspild worden.
irosi
Energie nu ar trebui irosită.

binnenkomen
Het schip komt de haven binnen.
binnenkomen
Het schip komt de haven binnen.
intra
Nava intră în port.

afwassen
Ik hou niet van afwassen.
afwassen
Ik hou niet van afwassen.
spăla
Nu îmi place să spăl vasele.
