คำศัพท์
เรียนรู้คำกริยา – เคิร์ด (กุรมันชี)

sny op
Vir die slaai moet jy die komkommer op sny.
snijden
Voor de salade moet je de komkommer snijden.

spandeer
Sy spandeer al haar vrye tyd buite.
doorbrengen
Ze brengt al haar vrije tijd buiten door.

saamneem
Ons het ’n Kersboom saamgeneem.
meenemen
We hebben een kerstboom meegenomen.

dans
Hulle dans ’n tango uit liefde.
dansen
Ze dansen verliefd een tango.

verbruik
Sy verbruik ’n stuk koek.
consumeren
Ze consumeert een stukje taart.

optel
Ons moet al die appels optel.
oprapen
We moeten alle appels oprapen.

draai
Jy mag links draai.
draaien
Je mag naar links draaien.

sluit
Sy sluit die gordyne.
sluiten
Ze sluit de gordijnen.

noem
Die baas het genoem dat hy hom sal ontslaan.
vermelden
De baas vermeldde dat hij hem zal ontslaan.

verdeel
Hulle verdeel die huishoudelike take onder mekaar.
verdelen
Ze verdelen het huishoudelijk werk onder elkaar.

vra
Hy vra haar om vergifnis.
vragen
Hij vraagt haar om vergeving.
