መዝገበ ቃላት
ግሲታት ተማሃሩ – ቤላሩስያዊ

nodig hebben
Ik heb dorst, ik heb water nodig!
nodig hebben
Ik heb dorst, ik heb water nodig!
vajama
Mul on janu, mul on vett vaja!

terugkomen
De boemerang kwam terug.
terugkomen
De boemerang kwam terug.
tagasi tulema
Bumerang tuli tagasi.

worden
Ze zijn een goed team geworden.
worden
Ze zijn een goed team geworden.
saama
Nad on saanud heaks meeskonnaks.

openen
Kun je dit blikje voor me openen?
openen
Kun je dit blikje voor me openen?
avama
Kas sa saaksid mulle selle purgi avada?

monitoren
Alles wordt hier door camera’s gemonitord.
monitoren
Alles wordt hier door camera’s gemonitord.
jälgima
Kõike jälgitakse siin kaamerate abil.

brengen
De koerier brengt een pakketje.
brengen
De koerier brengt een pakketje.
tooma
Saadik toob paki.

beschermen
Kinderen moeten beschermd worden.
beschermen
Kinderen moeten beschermd worden.
kaitsma
Lapsi tuleb kaitsta.

knuffelen
Hij knuffelt zijn oude vader.
knuffelen
Hij knuffelt zijn oude vader.
kallistama
Ta kallistab oma vana isa.

ontmoeten
Soms ontmoeten ze elkaar in het trappenhuis.
ontmoeten
Soms ontmoeten ze elkaar in het trappenhuis.
kohtuma
Mõnikord kohtuvad nad trepikojas.

moeilijk vinden
Beiden vinden het moeilijk om afscheid te nemen.
moeilijk vinden
Beiden vinden het moeilijk om afscheid te nemen.
raskeks pidama
Mõlemad leiavad hüvasti jätta raske olevat.

uitoefenen
Ze oefent een ongewoon beroep uit.
uitoefenen
Ze oefent een ongewoon beroep uit.
tegelema
Ta tegeleb ebatavalise elukutsega.
