Лексика

Вивчайте прислівники – нідерландська

cms/adverbs-webp/121564016.webp
lang
Ik moest lang in de wachtkamer wachten.
довго
Я довго чекав у приймальні.
cms/adverbs-webp/145004279.webp
nergens
Deze sporen leiden naar nergens.
нікуди
Ці сліди ведуть нікуди.
cms/adverbs-webp/172832880.webp
erg
Het kind is erg hongerig.
дуже
Дитина дуже голодна.
cms/adverbs-webp/57758983.webp
half
Het glas is half leeg.
напів
Склянка напів порожня.
cms/adverbs-webp/12727545.webp
beneden
Hij ligt beneden op de vloer.
внизу
Він лежить на підлозі внизу.
cms/adverbs-webp/73459295.webp
ook
De hond mag ook aan tafel zitten.
також
Собака також може сидіти за столом.
cms/adverbs-webp/138692385.webp
ergens
Een konijn heeft zich ergens verstopt.
десь
Заєць ховається десь.
cms/adverbs-webp/78163589.webp
bijna
Ik raakte bijna!
майже
Я майже влучив!
cms/adverbs-webp/162590515.webp
genoeg
Ze wil slapen en heeft genoeg van het lawaai.
достатньо
Вона хоче спати і має достатньо шуму.
cms/adverbs-webp/176427272.webp
naar beneden
Hij valt van boven naar beneden.
вниз
Він падає вниз.
cms/adverbs-webp/178180190.webp
daar
Ga daarheen, vraag dan opnieuw.
там
Йдіть там, потім запитайте знову.
cms/adverbs-webp/135100113.webp
altijd
Hier was altijd een meer.
завжди
Тут завжди було озеро.