Лексика

Вивчайте дієслова – французька

cms/verbs-webp/123492574.webp
تدرب
الرياضيون المحترفون يتدربون كل يوم.
trainen
Professionele atleten moeten elke dag trainen.
cms/verbs-webp/40129244.webp
تخرج
هي تخرج من السيارة.
uitgaan
Ze stapt uit de auto.
cms/verbs-webp/85191995.webp
تصافح
أنهوا مشاجرتكم وتصافحوا أخيرًا!
overweg kunnen
Stop met ruziën en kunnen jullie eindelijk met elkaar overweg!
cms/verbs-webp/100565199.webp
يتناول الإفطار
نفضل تناول الإفطار في السرير.
ontbijten
We ontbijten het liefst op bed.
cms/verbs-webp/30793025.webp
فخر
يحب أن يفخر بماله.
pronken
Hij pronkt graag met zijn geld.
cms/verbs-webp/71260439.webp
كتب إلى
كتب لي الأسبوع الماضي.
schrijven naar
Hij schreef me vorige week.
cms/verbs-webp/79322446.webp
قدم
هو يقدم صديقته الجديدة لوالديه.
voorstellen
Hij stelt zijn nieuwe vriendin voor aan zijn ouders.
cms/verbs-webp/91997551.webp
فهم
لا يمكن للإنسان أن يفهم كل شيء عن الحواسيب.
begrijpen
Men kan niet alles over computers begrijpen.
cms/verbs-webp/44159270.webp
تعيد
المعلمة تعيد الأوراق المدرسية إلى الطلاب.
teruggeven
De leraar geeft de essays terug aan de studenten.
cms/verbs-webp/105224098.webp
أكدت
هي أكدت الأخبار الجيدة لزوجها.
bevestigen
Ze kon het goede nieuws aan haar man bevestigen.
cms/verbs-webp/130938054.webp
يغطي
الطفل يغطي نفسه.
bedekken
Het kind bedekt zichzelf.
cms/verbs-webp/27564235.webp
عمل على
عليه أن يعمل على كل هذه الملفات.
werken aan
Hij moet aan al deze bestanden werken.