Лексика

Вивчайте дієслова – нідерландська

cms/verbs-webp/21689310.webp
aanspreken
Mijn leraar spreekt me vaak aan.
питати
Мій вчитель часто мене питає.
cms/verbs-webp/3270640.webp
achtervolgen
De cowboy achtervolgt de paarden.
переслідувати
Ковбой переслідує коней.
cms/verbs-webp/118483894.webp
genieten
Ze geniet van het leven.
насолоджуватися
Вона насолоджується життям.
cms/verbs-webp/53646818.webp
binnenlaten
Buiten sneeuwde het en we lieten ze binnen.
пустити
На вулиці йшов сніг, і ми пустили їх до хати.
cms/verbs-webp/96668495.webp
drukken
Boeken en kranten worden gedrukt.
друкувати
Книги та газети друкуються.
cms/verbs-webp/78073084.webp
liggen
Ze waren moe en gingen liggen.
лягати
Вони були втомлені і лягли.
cms/verbs-webp/105934977.webp
genereren
We genereren elektriciteit met wind en zonlicht.
генерувати
Ми генеруємо електрику за допомогою вітру та сонячного світла.
cms/verbs-webp/117491447.webp
afhangen van
Hij is blind en is afhankelijk van hulp van buitenaf.
залежати
Він сліпий і залежить від допомоги ззовні.
cms/verbs-webp/117953809.webp
verdragen
Ze kan het zingen niet verdragen.
терпіти
Вона не може терпіти спів.
cms/verbs-webp/118596482.webp
zoeken
Ik zoek paddenstoelen in de herfst.
шукати
Я шукаю гриби восени.
cms/verbs-webp/68761504.webp
controleren
De tandarts controleert het gebit van de patiënt.
перевіряти
Стоматолог перевіряє зуби пацієнта.
cms/verbs-webp/31726420.webp
zich wenden tot
Ze wenden zich tot elkaar.
повертатися
Вони повертаються до одного одного.