Лексика
Вивчайте дієслова – в’єтнамська

voorstellen
Hij stelt zijn nieuwe vriendin voor aan zijn ouders.
predstaviti
On predstavlja svoju novu djevojku svojim roditeljima.

veroorzaken
Te veel mensen veroorzaken snel chaos.
uzrokovati
Previše ljudi brzo uzrokuje haos.

uitslapen
Ze willen eindelijk eens een nacht uitslapen.
prespavati
Žele napokon prespavati jednu noć.

gebeuren
Hier is een ongeluk gebeurd.
dogoditi se
Ovdje se dogodila nesreća.

vermijden
Hij moet noten vermijden.
izbjeći
Moraju izbjegavati orašaste plodove.

horen
Ik kan je niet horen!
čuti
Ne mogu te čuti!

achterliggen
De tijd van haar jeugd ligt ver achter haar.
ležati iza
Vrijeme njene mladosti leži daleko iza.

verdwalen
Mijn sleutel is vandaag verloren gegaan!
izgubiti se
Moj ključ se izgubio danas!

verspillen
Energie mag niet verspild worden.
trošiti
Energiiju ne treba trošiti.

verwijzen
De leraar verwijst naar het voorbeeld op het bord.
uputiti
Nastavnik se upućuje na primjer na ploči.

verwijderen
De graafmachine verwijdert de grond.
ukloniti
Bager uklanja zemlju.
