فریز بُک

ur ‫سکول میں‬   »   nl Op school

‫4 [چار]‬

‫سکول میں‬

‫سکول میں‬

4 [vier]

Op school

منتخب کریں کہ آپ کس طرح ترجمہ دیکھنا چاہتے ہیں:   
اردو ڈچ چالو کریں مزید
‫ہم کہاں ہیں؟‬ Waar zijn we? Waar zijn we? 1
‫ہم سکول میں ہیں-‬ We zijn op school. We zijn op school. 1
‫ہماری کلاس چل رہی ہے-‬ We hebben les. We hebben les. 1
‫یہ طلبہ ہیں-‬ Dat zijn de leerlingen. Dat zijn de leerlingen. 1
‫یہ استانی ہے-‬ Dat is de lerares. Dat is de lerares. 1
‫یہ کلاس ہے-‬ Dat is de klas. Dat is de klas. 1
‫ہم کیا کررہے ہیں؟‬ Wat doen we? Wat doen we? 1
‫ہم سیکھ / پڑھ رہے ہیں-‬ We leren. We leren. 1
‫ہم ایک زبان سیکھ رہے ہیں-‬ Wij leren een taal. Wij leren een taal. 1
‫میں انگریزی سیکھ رہا ہوں-‬ Ik leer Engels. Ik leer Engels. 1
‫تم اسپینش / ہسپانوی سیکھ رہے ہو-‬ Jij leert Spaans. Jij leert Spaans. 1
‫وہ جرمن سیکھ رہا ہے-‬ Hij leert Duits. Hij leert Duits. 1
‫ہم فرانسیسی سیکھ رہے ہیں-‬ Wij leren Frans. Wij leren Frans. 1
‫تم لوگ اطالوی سیکھ رہے ہو-‬ Jullie leren Italiaans. Jullie leren Italiaans. 1
‫آپ روسی سیکھ رہے ہیں-‬ Zij leren Russisch. Zij leren Russisch. 1
‫زبانوں کا سیکھنا دلچسپ ہے-‬ Talen leren is interessant. Talen leren is interessant. 1
‫ہم لوگوں کو سمجھنا چاہتے ہیں-‬ We willen mensen begrijpen. We willen mensen begrijpen. 1
‫ہم لوگوں سے بات کرنا چاہتے ہیں-‬ We willen met mensen spreken. We willen met mensen spreken. 1

-

- - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - -